Dodenherdenking op 4 mei 2022 in Mook
In Mook kon voor het eerst sinds de coronapandemie weer een fysieke 4 mei herdenking plaatsvinden. Er was een grote belangstelling voor de dodenherdenking op de militaire begraafplaats. Dit jaar werd aan het programma medewerking verleend door onder andere Muziekvereniging Middelaar 1919, het Gilde St. Sebastianus, Scouting Don Bosco Mook en de Zeeverkenners. Daarnaast is op verzoek van burgemeester mr. drs. W. Gradisen door Zanggroep Cantantes het lied “Vluchten kan niet meer” uitgevoerd.
Gedichten en het lot van vluchtelingen nu
Door de jeugdige Bram Jans uit Middelaar en Elena Tijink van Scouting Don Bosco werden gedichten voorgelezen, onder andere over Middelaar in de oorlogsjaren. Burgemeester Willem Gradisen sloot bij het gedicht over Middelaar aan. Hij stelde in zijn toespraak namelijk het lot van vluchtelingen centraal. Bijna dagelijks komen die berichten nu hard binnen via de media over met name Oekraïne. Vluchtelingen, van jong tot oud, op zoek naar een veilig plekje met hun hele 'hebben en houwen' in een koffertje.
Middelaar in de oorlog
De burgemeester trok een parallel met het vluchten in het najaar van 1944 vanuit Middelaar en Plasmolen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moeten die inwoners ook vluchten voor oorlogsgeweld. Het dorp Middelaar wordt indertijd nagenoeg volledig verwoest. De inwoners schuilen zowel overdag als ’s nachts in stallen en kelders. Het liefst onder de grond. Er zijn uit die verschrikkelijke periode diverse getuigenissen.
Gedwongen vlucht
De Duitsers staan niet toe dat de inwoners naar bevrijd gebied vluchten. Bang voor verraad wil de bezetter de burgers in het gebied wel weg hebben. De Duitse bezetter begint daarom medio oktober 1944 een gedwongen evacuatie van inwoners. Onder bewaking van Duitse militairen. Een evacuatie die niet is voorbereid. De tocht is voor de vluchtelingen (mannen en vrouwen, maar ook kwetsbare ouderen, kinderen en baby’s) zeer zwaar. Nagenoeg iedereen is te voet en draagt vaak een zware bepakking op de rug. De kou en de honger zijn in oktober 1944 hevig en er wordt ’s nachts geslapen in varkenskotten, in schuren of zelfs in het veld.
Opvang elders
Uiteindelijk wordt er door de Duitse bezetter samengewerkt met het Rode Kruis en kunnen de groepen gedwongen vluchtelingen na drie dagen de Rijn oversteken en overgedragen worden. Van daaruit gaan de vluchtelingen richting het noorden en het westen van toen nog bezet Nederland. Vaak naar opvanggezinnen, die zelf nagenoeg ook niets hebben. Ondanks de bezetting, de oorlog, de tekorten en de ellende is er medemenselijkheid en liefde naar elkaar. Het zal overigens nog negen maanden duren voordat de vluchtelingen hun verwoeste dorpen Middelaar en Plasmolen terugzien.
Gevolgen voor inwoners en blijven herdenken
Burgemeester Gradisen gaf aan dat deze trieste en ingrijpende gebeurtenissen het verdere leven van veel mensen hebben bepaald. Anderen kwamen om als gevolg van het oorlogsgeweld in 1944. Naast burgers ook duizenden militairen, ver van huis in een voor hen vreemd land. Hij memoreerde daarbij de tekst van het oorlogsmonument aan de Witteweg, die hen allen herdenkt. Daarnaast gaf de burgemeester aan dat we vandaag, met hoofd en hart, tevens stilstaan bij al degenen die slachtoffer zijn van oorlogsleed en zijn gedwongen om te vluchten waar ook ter wereld.